Zo in deez’ donkere dagen
Wanneer het buiten guur is en koud
Is het een tijd om af te vragen
Wat ons zoal bezighoudt.
Op het ministerie van luchtmacht
Besluit men de gevoelens te delen
De mijnheer van het vlees reageert, met kracht
Ook deze woorden doen geen moment vervelen.
Er volgt een wijs betoog, kort maar krachtig
Van de man gekleed in trainingspak
Daarmee is het nog niet gedaan, wis en waarachtig
Zelfs de boekhouder doet een duit in de zak.
Zo wordt de een wat melancholiek
Maar blijft de ander rationeel
Wel bezigen ze allen de epiek
En zo vormen ze samen een sterk geheel.
En dat nu, vind ik een groot goed
Een geheel, waarin een ieder toch verschillend is
Donderdag ‘s avonds, waarop iedereen zijn ding doet
Een avond welke ik niet graag mis.
Mannen die trainen, in weer en in wind
Na afloop aan tafel slap ouwehoeren
Met een biertje, gewoon kunnen zeggen wat je vindt
En plots roept er iemand: “Ja, boeren!”
Belangrijk blijft onze saamhorigheid, dat zal iedereen beamen
Daarom hoop ik, terwijl u dit epos uitleest
Op nog heel veel mooie tijden samen
En wens u allen een Gelukkig Kerstfeest.
Ed Meulenbroek